Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Aanpassingswet Auteurswet 1912, enz. (uitvoering richtlijn auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij)

 

Wet van 6 juli 2004 tot aanpassing van de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter uitvoering van richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) (Uitvoering richtlijn auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet moeten worden aangepast aan richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Auteurswet 1912.]

Artikel II
[Wijzigt de Wet op de naburige rechten.]

Artikel III
[Wijzigt de Databankenwet.]

Artikel IIIa
Voor zover uitvoerende kunstenaars of fonogrammenproducenten als bedoeld in het op 20 december 1996 te Genève gesloten Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen (Trb. 1998, 248) rechten kunnen ontlenen aan dat verdrag, kunnen zij aanspraak maken op de daarmee corresponderende rechten uit de Wet op de naburige rechten.

Artikel IV
Deze wet laat vóór het in artikel VII van deze wet te bepalen tijdstip verrichte exploitatiehandelingen, alsmede vóór dat tijdstip verworven rechten onverlet.

Artikel V
Onze Minister van Justitie zendt uiterlijk binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens telkens na drie jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de toepassing van de artikelen 29a en 29b van de Auteurswet, 19 en 19a van de Wet op de naburige rechten en 5a en 5b van de Databankenwet.

Artikel Va
De nog niet genummerde leden van artikelen van de Auteurswet 1912 worden genummerd.

Artikel VI
De tekst van de Auteurswet 1912 wordt in het Staatsblad geplaatst.

Artikel VII
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 6 juli 2004
Beatrix
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner
Uitgegeven de twintigste juli 2004
De Minister van Justitie ,
j
P. H. Donner